Marjolein Voorberg

MAS-Communicatie

Je zou het raar hebben gevonden dat ik je rechtstreeks aanspreek.

Ik kan het niet meer lezen, dat weet je, hè? zou je licht-ironisch hebben opgemerkt. En dan, met een warme blik in je donkerbruine ogen, in een poging de meedogenloze inhoud voor me te verzachten: Ik ben dood, mam. Ik kan je niet meer horen.

Dat weet ik, zoon. Dat weet ik maar al te goed. Maar kijk eens mee, lees eens mee. Vertel ik over je in de hij-vorm, dan is er afstand. Als ik je rechtstreeks aanspreek, dan haal ik je naar me toe. Dan ben je bij me, ook al ben je dood. Zie je dat?

Hm, zeg je. Als je maar weet dat het niet kan, hè.

Op papier kan alles, zoon. Dat weet jij ook.

Joe, zeg je. Joe. En weg ben je.